- afwezig
- {{afwezig}}{{/term}}1 [absent] absent ⇒ 〈weg〉 away, 〈weg〉 gone2 [verstrooid] absent(-minded) ⇒ preoccupied♦voorbeelden:1 hij is op het ogenblik afwezig • he's away at the moment2 afwezige blikken • absent/far-away looks
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels. 2015.